‘Niemand is tegen duurzame energieopwekking, maar nog mooier zou zijn als het floreert zonder aan ruimtelijke kwaliteit in te boeten.’
In een deze zomer gepubliceerde column schetst Flip ten Cate, directeur van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit de dilemma’s bij de schaalvergroting van duurzame energieopwekking. Ook in Fryslân is dit aan de orde.
De private en publieke initiatieven om duurzaam energie op te wekken stapelen zich op. Het gaat om zonnepanelen op daken, maar inmiddels ook in velden en langs (spoor-)wegen; om NulopdeMeter-woningen die een volledig ander aanzien krijgen; om de plaatsing van windmolens, solo of in (grote) groepen.
Schaalvergroting
Op dit moment is het systeem van kwaliteitsborging op gemeentelijke en provinciale schaal niet opgewassen tegen de snelle ontwikkelingen op het gebied van duurzame energieopwekking.
De schaalvergroting en commercialisering in de gedaante van bijvoorbeeld zonneparken bestaande uit honderden panelen dwingt de lokale en provinciale politiek om snel een visie en beleid te ontwikkelingen. Zowel een visie op de gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit, als een visie op de omgang met projectontwikkelaars die hun grondposities middels zonnevelden of molenparken willen verzilveren. Ook verzet van bewoners ligt op de loer, omdat de wind- c.q. zonneparken overlast veroorzaken en de eigen kleine dorpscoöperaties uit de markt blazen.
Dilemma’s
Momenteel komt de adviescommissie pas in beeld wanneer zich een concreet initiatief voordoet. De fase van locatiekeuze is dan al achter de rug. De commissie kan nog meepraten over de randvoorwaarden voor ‘inpassing’ en vormgeving van het initiatief, en soms is daar zelfs – vanwege vergunningvrij bouwen – ook geen ruimte voor.
Dat dilemma is glashelder op tafel gekomen bij de projecten van “stroomversnelling”: de schilisolatie, zonnepanelen, sloop van schoorstenen en installatiekast buiten de woning zorgen voor een volledig ander beeld. Het welstands- en erfgoedbeleid is hierop niet toegesneden. Dat maakt het eigenlijk onmogelijk voor de adviescommissie om adequaat te reageren – vaak zal vanwege de criteria dan voor een steenstrip-oplossing gekozen worden; de vraag of een complete make-over van een wijk gewenst is behoort aan een andere, bestuurlijke, tafel beantwoord te worden.
In het kader van Stroomversnelling brengt de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit systeem in de ervaren knelpunten en de oplossing die lokale adviescommissies hanteren. Samen met Stroomversnelling is een brochure voor gemeenten opgesteld over de ruimtelijke kwaliteit bij energietransitie.
De website MooiZon van de federatie is een etalage van manieren om standaard-zonnepanelen op een aanvaardbare wijze te plaatsen. Maar het zou wenselijk zijn als het rijk de gemeenten ook tot het maken van ruimtelijk beleid op dit punt aanspoort, bijvoorbeeld via een voorbeeldboek. Want nu wordt noodgedwongen ad hoc gereageerd op een vraagstuk dat om structureel beleid vraagt.
Lappendeken
Niemand is tegen duurzame energieopwekking. Maar met de race van gemeenten om elkaar in bedrijventerreinen te overtroeven nog vers in het geheugen, zit ook niemand te wachten op een lappendeken van zonnevelden, windmolenparken en niet te vergeten honderden mestvergisters die straks op boerenerven verschijnen.
Het huidige lokaal ad-hocbeleid wordt versterkt door het ontbreken van een ruimtelijke paragraaf in het Energieakkoord. Gecombineerd met de veronderstelde opdracht om zo veel mogelijk regionaal in regionale energiebehoefte voorzien, leidt dit tot ongecoördineerde decentrale initiatieven, die het cultuurlandschap belasten.
Dat is een gemiste kans, want wanneer de energietransitie een dubbele doelstelling zou hebben – met ruimtelijke kwaliteit als nevendoel, zoals destijds bij Ruimte voor de Rivier – dan zijn we beslist in staat om er een oogstrelend feest van te maken.
bron: Federatie Ruimtelijke Kwaliteit
afbeelding: Het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties UNDP promoot zonnevelden in de vorm van een pandabeer om het bewustzijn voor duurzame energie onder de jeugd te vergroten. De zwarte panelen zijn monocrystallijne cellen, de grijze panelen ‘thin film’ cellen.