Meer lokale speelruimte bij vergunningvrij bouwen

Gemeenten kunnen straks weer een vergunning eisen voor schuurtjes, schuttingen en aanbouwen op het achtererf.

‘We moeten maar hopen dat het digitale stelsel duidelijk maakt wanneer er voor het bouwen een vergunning nodig is,’ verzucht een aanwezige bij een van de vele overleggen over vergunningvrij bouwen. De regelgeving wordt nog iets complexer dan hij al was. Voor de leek zijn de regels onbegrijpelijk geworden. Ook voor de goed ingevoerde expert is nauwelijks te doorgronden wanneer een bouwwerk vergunningvrij is en wanneer niet. Het stelsel gaat uit van een regel, waarop een uitzondering volgt. Daarop zijn weer andere uitzonderingen aangebracht. Een voorbeeld: het bouwen is vergunningplichting, maar niet in achtertuinen bij bouwwerken van een bepaalde maat, behalve als die achtertuinen tegelijk ook zijtuinen zijn in een beschermd stadsgezicht, tenzij het gaat om een bepaald type bouwwerk…

Nog complexer
De Omgevingswet gaat deze wirwar niet oplossen, integendeel. De zaak wordt zelfs complexer. Gemeenten krijgen namelijk de mogelijkheid om toch een vergunning te eisen voor de categorie ‘bijbehorende bouwwerken’ op het achtererf, zoals aanbouwen, schuurtjes en schuttingen hoger dan een meter.

De Federatie Ruimtelijke Kwaliteit heeft altijd bezwaar gemaakt tegen vergunningvrij bouwen op achtererven. Met één pennenstreek werd ingegrepen in de gemeentelijke autonomie van het maken van zorgvuldige bestemmingsplannen. De bepalingen over het bebouwen van erven – ingegeven door bijvoorbeeld de behoefte aan licht en lucht op binnenterreinen of vanuit cultuurhistorisch oogpunt, zoals bij de ‘keurblokken’ in Amsterdam – waren niet voor niets in bestemmingsplannen opgenomen. Zij werden door het rijk overruled.

Bruidsschat
Het vergunningvrij bouwen is nu generiek geregeld in het Besluit Omgevingsrecht – bijlage II. Dat besluit verdwijnt onder de Omgevingswet. In het nieuwe stelsel wordt een deel van het vergunningvrij bouwen opgenomen in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Het gaat hierbij om vlaggenmasten, nutsgebouwtjes, dakkapellen, zonnepanelen en dergelijke. Een ander deel van het vergunningvrij bouwen, namelijk de ‘bijbehorende bouwwerken’ en de schuttingen van meer dan een meter hoog, worden via de zogenoemde ‘bruidsschat’ opgenomen in de gemeentelijke omgevingsplannen.

Gemeenten kunnen in hun omgevingsplan bepalen voor welke gebieden en voor welk type bouwwerken ze dusdanig duidelijke regels kunnen opstellen, dat de vergunningplicht achterwege kan blijven. Bij vergunningvrije bouwwerken zijn die regels in principe ondubbelzinnig: maatvoering, afstand tot de erfgrens, hellingshoek van het dak, bouwtechniek, energieprestatie, gebruik – het is allemaal in algemene regels beschreven die rechtstreeks bindend zijn. Maar indien de gemeente een afweging nodig acht, omdat er meerdere belangen spelen, of omdat niet op voorhand duidelijk is wanneer een ontwerp uit het oogpunt van erfgoedbelangen of welstandsregels acceptabel is, dan kan de gemeente een vergunningplicht instellen.

Tijdelijk
In de systematiek van de Omgevingswet, die op 1 januari 2021 in werking treedt, worden alle bestemmingsplannen per die datum van rechtswege ‘tijdelijk omgevingsplan’. Gemeenten krijgen vervolgens tot 1 januari 2029 de tijd om het tijdelijke plan om te zetten in een definitief omgevingsplan, dat aan alle eisen van de wet voldoet. In de zogenoemde ‘bruidsschat’ zijn regels opgenomen die nu nog niet in het bestemmingsplan staan, maar straks wel in het omgevingsplan moeten staan. Zo worden de welstandscriteria via de bruidsschat van rechtswege ‘beleidsregels over het uiterlijk van bouwwerken’ en op dezelfde manier worden de bijbehorende bouwwerken als vergunningvrije bouwwerken onderdeel van het tijdelijke omgevingsplan. Bij de omzetting van dat tijdelijke plan naar een definitief omgevingsplan kan een gemeente besluiten dat er voor veel meer bouwwerken geen vergunning nodig is (dakkapellen aan de straatzijde, bijvoorbeeld, of carports, of een andere maatvoering van bijgebouwen op achtererven). Maar een gemeente kan ook, gemotiveerd, bepalen dat sommige bouwwerken die nu vergunningvrij zijn gemaakt, toch weer vergunningplichting worden, omdat uit een oogpunt van ruimtelijke kwaliteit en publiek belang op een specifieke plek een zorgvuldig ontworpen bouwwerk wordt gewenst.

De bruidsschat met de nieuwe regels voor vergunningvrij bouwen en voor welstandsbeleid zijn opgenomen in het zogenoemde ‘Invoeringsbesluit Omgevingswet’ dat in juni aan de Tweede Kamer is aangeboden. Na behandeling door de Kamer en nadat de Raad van State advies heeft uitgebracht worden de laatste puntjes op de i gezet. De definitieve regeling wordt in het najaar in het staatsblad gepubliceerd.

Flip ten Cate | juli | 2019
bron: Federatie Ruimtelijke Kwaliteit